MEEST GESTELDE VRAGEN

• Implantaten zitten vast in de kaak; dat maakt een vastzittende constructie mogelijk.

• Een kunstgebit klikt vast, wat maakt dat patiënten zich zeker voelen.

• U hebt geen last van drukplekken.

• Een vaste prothese voelt eigen aan.

• De kaak slinkt niet meer.

• U kunt zonder problemen kauwen en spreken.

• De eigen tanden en kiezen hoeven niet afgeslepen te worden om een kroon of brug te plaatsen.

• Implantaten zijn sterk en ongevoelig voor tandbederf.

• Bij implantaten in de bovenkaak blijft het gehemelte vrij. Dat komt de smaak en het mondgevoel ten goede.

Nee, want u wordt plaatselijk verdoofd. De behandeling is daardoor pijnvrij. Napijn kan voorkomen, maar om dat te voorkomen schrijven we ook pijnstillers voor.

U hoeft niet bang te zijn voor de behandeling, want alle behandelingen vinden onder plaatselijke anesthesie plaats. Voordat we de behandeling starten, verdoven we eventueel ook het slijmvlies zodat u het prikje niet voelt. We nemen echt de tijd voor u. Is het u te veel, dan kunt u dat aangeven en stoppen we even.

Er gaat zelden iets mis, ook al heeft u misschien wel eens iets anders gehoord. Maar liefst 95% (bij implantaten in de bovenkaak) en 98% (bij implantaten in de onderkaak) van de behandelingen verloopt probleemloos.

Houd rekening met zwelling en verkleuring van het gelaat en uitzonderlijk ook de hals. Een eventuele zwelling neemt na drie tot vier dagen vanzelf af.

U gaat eventuele zwelling tegen met een ijszakje/coldpack. Houd deze na thuiskomst gedurende een half uur tegen de wang. Herhaal dit vijf maal per dag met tussenpauzes van elk een half uur.

Alcoholgebruik en roken beïnvloeden de wondgenezing negatief. We raden u sterk af dit in de weken rondom het plaatsen van de implantaten te doen.

Ook al voelt u zich na de behandeling nog helemaal prima, wij raden u toch altijd aan om voor vervoer te zorgen. Dat is wel zo comfortabel en zeker zo veilig. Hebt u voor de behandeling een rustgevend medicijn gebruikt, dan mag u absoluut niet zelf rijden.

De kans op succes is bij het plaatsen van implantaten uitzonderlijk hoog. In de bovenkaak groeit 95% van de implantaten probleemloos vast, in de onderkaak is dat zelfs 98%.

Treden er toch problemen op, dan gebeurt dat meestal in de vastgroeifase. Er zijn een aantal factoren die het vastgroeien van een implantaat negatief kunnen beïnvloeden. Een aantal van deze factoren (bijvoorbeeld: slechte mondhygiëne, roken en drinken) hebt u zelf onder controle, een aantal ook niet.

Voor de volgende factoren kunnen wij geen verantwoording dragen:

• slechte mondhygiëne,

• tandenknarsen,

• slecht ingestelde suikerziekte,

• een bestraalde kaak,

• medicijngebruik, en

• een droge mond.

Dat we geen verantwoording kunnen dragen voor zaken waar we geen invloed op hebben, wil natuurlijk niet zeggen dat we niets doen. Mocht er onverhoopt toch iets mis gaan, dan doen we er bij Mondig! echt alles aan om tot een efficiënte en bevredigende oplossing te komen.

Na genezing van het bot kan er opnieuw geïmplanteerd worden.

We kunnen implantaten plaatsen zodra de kaken volgroeid zijn. Dat is bij vrouwen vanaf 18-jarige leeftijd en bij mannen vanaf 19-jarige leeftijd. En zolang de gezondheid het toelaat, bent u nooit te oud om te implanteren.

 Een klikgebit wordt meestal voor het grootste deel volledig vergoed. U hebt natuurlijk nog wel te maken met het eigen risico van de ziektekostenverzekeraar en met een wettelijke eigen bijdrage voor een gebitsprothese. Daarom stellen wij vooraf  een duidelijk behandelplan op, waarmee u bij de zorgverzekeraar kunt informeren wat u wel en niet vergoed zult krijgen. Komt een behandeling voor vergoeding in aanmerking, dan vragen wij de machtiging voor u aan. Ook informeren wij u over de kosten die voor eigen rekening komen.

Bloedingen en ontstekingen van het tandvlees rond de tanden en kiezen kunnen een toekomstig implantaat in gevaar brengen. Er kunnen ontstekingen ontstaan die – blijven ze onbehandeld – zelfs tot botverlies kunnen leiden. Alvorens we een implantaat kunnen plaatsen, zal daarom eerst de parodontitis behandeld worden.

Een implantaat moet een minimale lengte en breedte hebben om zijn functie te kunnen vervullen. Daarvoor moet de kaak voldoende dik en hoog zijn. Soms is er te weinig kaakbot aanwezig om het implantaat te plaatsen. Oorzaak is vaak een getrokken tand of kies. Als er een tand of kies wordt getrokken, wordt ook de wortel verwijderd. De kaak zal daardoor slinken.

De meeste problemen met het kaakbot kunnen we gelukkig met een botherstelbehandeling oplossen. Daar waar de kaak te smal of niet hoog genoeg is, brengen we botregeneratiemateriaal aan. Zo kunnen we het gewenste implantaat alsnog plaatsen. In de meeste gevallen wordt gewerkt met kunstbot.

Roken heeft een negatieve invloed op de doorbloeding van het tandvlees. Het kan dat de wond hierdoor trager geneest en dat kan weer een verhoogde kans geven op infectie en/of het verlies van implantaten. Om deze reden is het verstandig om met roken te stoppen of in ieder geval de eerste dagen na de ingreep niet te roken.